13. Financiën en continuïteit

Ons financieel beleid is gericht op een gezonde exploitatie en vermogenspositie ten behoeve van de continuïteit van de organisatie en de kwaliteit van het onderwijs. 

13.1 Continuïteitsparagraaf

Het Wartburg College kent een gezonde financiële situatie. Bij het besteden van de middelen staat het onderwijs centraal. We zijn en blijven er alert op dat de middelen worden uitgegeven aan de juiste zaken (de rechtmatigheid van de besteding van onderwijsmiddelen) en dat de besteding voldoende doel- en kostenbewust is (de doelmatigheid van de besteding).

Voor het derde jaar op rij konden we het jaar met een positief resultaat afsluiten. In de afgelopen twee jaar zelfs met een fors positief resultaat door vaak eenmalige posten. Voorbeelden hiervan zijn de eind 2019 door de overheid beschikbaar gestelde convenantgelden ter verlichting van de werkdruk en in 2020 de overname van het economisch claimrecht van een gymzaal door de gemeente Rotterdam. Ook konden door het coronavirus veel buitenschoolse activiteiten geen doorgang vinden, waardoor er minder kosten zijn gemaakt. Zoals verder uit het jaarverslag blijkt is op basis van onze eigen risicoanalyse het weerstandsvermogen op orde, zodat we het surplus aan weerstandsvermogen komende jaren kunnen en willen inzetten voor het onderwijs.

Tevens geeft de meerjarenbegroting langjarig een positief beeld. Tegelijkertijd zien we wel dat deze sluitende resultaten mede tot stand komen door maatregelen die soms leiden tot een hogere werkdruk binnen de school. Zo wordt de inzet van dure tijdelijke krachten beperkt door creatieve oplossingen die soms wat extra vragen van onze docenten. We zijn ons daarvan bewust en thema's als 'werkdruk' en 'duurzame inzetbaarheid' krijgen dan ook veel aandacht.

Met name bij de besteding van middelen rondom onze formatie merken we de noodzaak van het voornemen tot fusie met het Driestar College. Bij krimpende leerlingaantallen zijn sommige kleine onderwijsstromen uiterst kostbaar aan het worden, en komen we op onderdelen aan de grens van de betaalbaarheid hiervan. Om op langere termijn het volledige aanbod van ons onderwijs beschikbaar en toegankelijk te houden voor de gezinnen uit ons voedingsgebied, is het noodzakelijk op de voorgenomen wijze de krachten van beide scholen te bundelen.

Bij het afronden van dit bestuursverslag is de wereld nog steeds in de ban van de strijd tegen het coronavirus. Het onderwijs moest gedurende lange tijd van het jaar online en op afstand vormgegeven worden. Door de omstandigheden zijn soms achterstanden opgelopen. Er zijn extra inhaal- en ondersteuningsprogramma's opgezet en de mentoren zetten sterk in op het extra ondersteunen van leerlingen die dat nodig hebben. Het coronavirus heeft een enorme impact gehad op het verslagjaar 2020. Het zet prioriteiten die we voor het jaar 2020 hadden in een bijzonder en soms ander daglicht. Alles overziend is het College van Bestuur dankbaar voor de stabiele financiële situatie die kon worden bereikt door brede inzet van veel betrokkenen binnen de school.

Voor de komende jaren is het vooral van belang om deze stabiliteit met elkaar te blijven bewaken. De komende jaren zullen DV door de inzet van het surplus dat in de afgelopen jaren is ontstaan gecontroleerd negatieve resultaten verantwoord zijn. Tevens zal de fusie met het Driestar College aanloopkosten vragen die samenhangen met de harmonisatie en integratie van met name de staforganisaties. Dat zien we als verantwoorde investeringen die de continuïteit van de school versterken. We bidden dat de Heere deze voornemens wil zegenen en bovenal het onderwijs tot zegen wil laten zijn voor onze leerlingen.

13.2 Leerlingaantallen

Jaarlijks wordt de prognose van het aantal leerlingen op onze school geactualiseerd. Deze prognose is ook gebruikt bij het opstellen van de meerjarenbegroting 2021-2025. De leerlingaantallen in de groepen 4 – 8 van de basisscholen in ons voedingsgebied zijn komende jaren nog behoorlijk stabiel. Door onder andere een afnemende gezinsgrootte sluiten we niet uit dat op langere termijn het leerlingaantal structureel lager zal worden.

 

13.3 Financiële kengetallen

De Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de financiële continuïteit van onderwijsinstellingen. Het financieel toezicht concentreert zich op de volgende vragen:

  • Is de financiële positie voldoende om goed onderwijs te blijven verzorgen? (de continuïteit van het onderwijs);
  • Krijgt de school de onderwijsmiddelen waarop zij recht heeft en geeft zij die middelen uit aan de juiste zaken? (de rechtmatigheid van de verkrijging en besteding van onderwijsmiddelen);
  • Is de besteding wel voldoende doel- en kostenbewust? (de doelmatigheid van de besteding).

Dit toezicht, dat deel uitmaakt van het geïntegreerd toezicht, vindt risicogericht plaats. Bij de analyse gebruikt de inspectie een set kengetallen. Deze kengetallen zijn nadrukkelijk geen normen waaraan schoolbesturen moeten voldoen, maar signaleringsgrenzen voor indicatie van mogelijke risico’s. Een aangepast financieel toezicht vindt uitsluitend plaats op basis van (veel) uitvoeriger onderzoek, waarbij veel meer aspecten in ogenschouw worden genomen.

Met onderstaande kengetallen voldoet de school voor alle criteria aan het waarderingskader, behalve voor de rentabiliteit. Het eind 2019 door sociale partners gesloten convenant met het kabinet over de aanpak van het personeelstekort en de werkdruk in het funderend onderwijs heeft een positief effect op de kengetallen vanaf 2019. De extra middelen uit het onderwijsconvenant zijn ontvangen in 2019 en worden ingezet vanaf het schooljaar 2020-2021. De inzet zorgt vanaf dat moment voor een negatief effect op het resultaat en de rentabiliteit.

De Inspectie van het Onderwijs heeft in 2020 een nieuwe signaleringswaarde (het normatieve publieke eigen vermogen) gepubliceerd voor het bepalen van de bovengrens van het eigen vermogen. De Onderwijsinspectie gaat deze signaleringswaarde gebruiken in het toezicht op het betreffende bestuur. In dit gesprek wordt de vermogenspositie in de context geplaatst en besproken wat het beleid is van het bestuur. Context en beleid kunnen aanleiding zijn om (tijdelijk) een hogere vermogenspositie aan te houden dan de signaleringswaarde. Het normatief eigen vermogen van de school blijft duidelijk onder de signaleringswaarde voor het bepalen van de bovengrens van het eigen vermogen.

 

13.4  Financieel resultaat

Voor het derde jaar op rij konden we het jaar met een positief resultaat afsluiten. Eind 2019 ontvingen we convenantgelden ter verlichting van de werkdruk. Deze middelen worden ingezet vanaf het schooljaar 2020-2021 en verklaart de negatieve resultaten vanaf 2021. In 2020 is het economisch claimrecht van een gymzaal door de gemeente Rotterdam overgenomen, is meer subsidie ontvangen en konden veel activiteiten door het coronavirus geen doorgang vinden of werden op een andere wijze georganiseerd.

 

Hieronder worden de belangrijkste afwijkingen ten opzichte van de begroting toegelicht.

 

13.5  Financiële positie

Het eigen vermogen is opgebouwd uit de bestemmingsreserves weerstandsvermogen (publiek en privaat), werkdrukverlichting en BAPO.

  • Het weerstandsvermogen is de financiële buffer om risico's op te kunnen vangen en de continuïteit van de school te waarborgen. Het positieve resultaat over 2020 is toegevoegd aan het eigen vermogen.
  • Voor de convenantgelden is een bestemmingsreserve werkdrukverlichting gevormd. Scholen kunnen deze extra middelen uitgeven aan bijvoorbeeld meer ontwikkeltijd, werkdrukverlichting, begeleiding van startende leerkrachten, begeleiding van zij-instromers, onderwijsinnovatie of maatregelen arbeidsmarktvraagstukken. Aan deze middelen zijn middelen van de gemeente Rotterdam in het kader van de regeling vermindering ervaren werkdruk en/of begeleiding van starters 2018-2019 toegevoegd. De kosten van de werkdruklichtende maatregelen waren in 2020 € 118.000 en zijn via de resultaatbestemming ten laste gebracht van deze bestemmingsreserve.
  • De  bestemmingsreserve BAPO is gevormd voor uitgestelde BAPO-rechten waarvan de spaarmogelijkheid is vervallen met ingang van 1 augustus 2009. De opname van uitgestelde BAPO-rechten van € 37.000 is ten gunste gebracht van het weerstandsvermogen.

Voor meer inzicht in de opbouw van het eigen vermogen wordt verwezen naar de jaarrekening.

13.6 Investeringen

Alle investeringen worden opgenomen op de meerjaren investeringsbegroting. Dit betekent overigens niet dat alle opgenomen investeringen zonder meer uitgevoerd worden. In 2020 is er voor totaal € 931.000 geïnvesteerd. In gebouwen en terreinen werd € 293.000 geïnvesteerd. Het schoolplein op locatie De Swaef werd grondig aangepakt en van een nieuw hekwerk voorzien. Daarnaast werd de luchtbehandeling van de gymzalen op deze locatie vervangen. In inventaris en apparatuur is € 638.000 geïnvesteerd. Hiervan is een substantieel deel geïnvesteerd in ICT-apparatuur (€ 302.000) en vervanging van schoolmeubilair (€ 272.000).

13.7 Allocatie van middelen naar schoolniveau

Het proces van begroten en verantwoorden is op orde. Het proces wordt gemeenschappelijk doorlopen door het College van Bestuur en de directeuren in samenwerking met de afdeling financiën en wordt ingestoken op het schoolniveau van het totale Wartburg College. Daarbij is sprake van nadrukkelijke samenwerking over locatie grenzen heen. De eerste stap bij het toedelen van de binnenkomende gelden is het op een kwalitatief voldoende wijze invulling geven aan het onderwijs op onze locaties. De resterende middelen zijn beschikbaar voor ondersteunende zaken, zoals leerlingenzorg en ondersteuning, huisvesting, facilitair, directie en staf en lesmateriaal. Hierbij wensen we ruimte te houden voor onderwijsinnovaties.

13.8 Conventantsmiddelen

Eind november 2019 heeft het ministerie van OCW de ‘Regeling bijzondere en aanvullende bekostiging PO en VO 2019’ gepubliceerd. De regeling is een uitvloeisel van het convenant dat een aantal partijen - waaronder de VO-raad - begin november 2019 met de minister sloot. Scholen kunnen deze extra middelen uitgeven aan bijvoorbeeld meer ontwikkeltijd, werkdrukverlichting, begeleiding van startende leerkrachten, begeleiding van zij-instromers, onderwijsinnovatie of maatregelen arbeidsmarktvraagstukken.

De locatiedirecties hebben in samenspraak met de locatie medezeggenschapsraden een voorstel geformuleerd om deze middelen in te zetten. Per locatie zijn hierin andere keuzes gemaakt, bijvoorbeeld door het aantal leerlingen per burgklas te verkleinen, door meer en betere docentwerkplekken te realiseren, door extra inzet van onderwijsassistenten om onder andere collega’s met combinatieklassen en -groepen te ondersteunen, voor teamondersteuning en het creëren van time-outmogelijkheden en voor extra facilitering van het mentoraat.   

13.9 Aanbestedingen

Met regelmaat wordt ons intern inkoop- en aanbestedingsbeleid geactualiseerd. Bij alle investeringen groter dan € 25.000 wordt een aanbestedingsdossier opgebouwd. In 2020 is er passend binnen ons beleid bij meerdere procedures gekozen voor een meervoudige onderhandse procedure. Dit jaar zijn geen Europese aanbestedingen uitgevoerd.

13.10 Treasury

Ons treasurystatuut voldoet aan de Regeling beleggen, belenen en derivaten OCW 2016. Het treasurystatuut vormt het formele kader waarbinnen de uitvoering van het treasurybeleid van het Wartburg College plaatsvindt. De algehele doelstelling voor de treasuryfunctie is dat deze de financiële continuïteit van de organisatie op zowel de korte als lange termijn waarborgt. Binnen de kaders van het treasurystatuut zijn de liquide middelen uitgezet op spaarrekeningen bij de Rabobank.

In het verslagjaar hebben zich geen liquiditeitsproblemen voorgedaan.

13.11 Risicomanagement / strategische realisatie

In onze school hebben alle locatiedirecties en stafafdelingen in 2020 de risico's geanalyseerd aan de hand van de bestaande risicoanalyse. De risico’s liggen met name op het terrein van het bieden van een dekkend onderwijsaanbod, een terugloop van het leerlingaantal, een toenemende zorgvraag van leerlingen, datalekken en privacy incidenten, een sterk wisselend politiek klimaat en het eigen risicodragerschap van sociale voorzieningen. Op basis van deze risicoanalyse is het benodigde weerstandsvermogen vastgesteld op 13,3% van de begrote baten bij een gewenst zekerheidsniveau van 95%. Het benodigde weerstandsvermogen van € 4.644.000 blijft hiermee duidelijk onder het normatieve eigen vermogen van € 8.444.000, waaruit blijkt dat de school op basis van onze grondige analyse geen middelen voor het onderwijs ongebruikt op de plank wil laten liggen.

Ons werkelijke weerstandsvermogen (inclusief private middelen) ligt met € 7.052.000 wel boven het benodigde weerstandsvermogen, maar vanaf uiterlijk 2023 zal de voorziening groot onderhoud anders opgebouwd moeten worden om te voldoen aan de Regeling jaarverslaggeving onderwijs (RJO). Hierdoor zal naar verwachting de omvang van de voorziening moeten stijgen met € 1,3 miljoen ten laste van het weerstandsvermogen. Het surplus aan weerstandsvermogen kunnen en willen we komende jaren inzetten voor het onderwijs.

13.12 Sponsoring

In 2020 was er een bijzonder sponsorproject waaraan diverse ondernemers deelgenomen hebben. In 2020 bestond het Wartburg College 25 jaar en de locatie Guido de Brès 50 jaar. Ter gelegenheid daarvan is een jubileumboek uitgegeven. We zijn dankbaar dat een groep betrokken ondernemers deze uitgave mede mogelijk heeft gemaakt door hun sponsorbijdrage.